Bij de diagnose trage schildklier krijg je vaak niet veel informatie van je arts(en), behalve uitleg over de medicatie die je dagelijks moet gaan slikken. Wanneer de bloedwaarden stabiliseren, maar klachten van vermoeidheid, brainfog, somberheid, gewichtstoename of spier- en gewrichtspijnen aanhouden, dan is er doorgaans weinig hulp. Ermee leren leven is dan een veelgehoord advies. Dat is jammer, want met deze mededeling verdwijnt niet alleen ieder perspectief op verbetering, het nodigt ook niet uit om zelf in actie te komen en de regie over je eigen gezondheid te pakken. In mijn ogen een gemiste kans.
Met voeding en leefstijl kun jij je lichaam ondersteunen, waardoor klachten kunnen afnemen. Maar in de wirwar aan websites en experts die adviezen geven is het soms lastig keuzes maken. Op hashimoto.nl vind je achtergrondinformatie over de werking van je lichaam en manieren om deze processen te ondersteunen. Op basis van deze weetkracht kun jij beter keuzes maken. In een serie artikelen bespreek ik voedingskeuzes bij een trage schildklier. In dit artikel bespreek ik zuivel.
Zuivel en de trage schildklier
Melk is goed voor elk. Wie is er niet met deze slogan opgegroeid? Ik wel in ieder geval. Bij ons ging niemand de deur uit zonder een ontbijt van een bruine boterham met boter en kaas plus een glas melk of karnemelk. Ik ben er groot en sterk van geworden. Of toch niet?
Onder zuivelproducten verstaan we producten die zijn gemaakt van rauwe melk van de koe, geit, schaap, buffel of van andere zoogdieren. Denk hierbij aan producten zoals melk, yoghurt, kwark, kaas, zuivelspread, room, roomboter, kefir en wei-eiwitpoeder. Met de ingrediënten uit melk kun je bovendien allerlei andere producten maken. Zo wordt melk ook gebruikt in kant-en-klare drinks, hartige soepen en sauzen, in gebak en cake, in (bevroren) desserts, melkpoeder voor in de koffie en zelfs als drager in diverse medicijnen.
Zuivelproducten zijn een bron van eiwitten, vetten, vet-oplosbare vitaminen en mineralen, waaronder B12 en calcium. Toch weten we inmiddels dat niet de voedingswaarde van een product aantoont of iets gezond is of niet, maar de mate waarop je het kunt verteren, opnemen, tolereren en uitscheiden. En bij melkproducten gaat hier vaak wat mis.
Melk bestaat uit diverse componenten, waaronder het suikerdeeltje lactose, wei en de verschillende eiwitdeeltjes Alpha-S1 caseïne, Alpha-S2 caseïne, bèta-caseïne, kappa-caseïne, lactoferrine en bèta-lactoglobuline. De belangrijkste om te kennen zijn lactose en caseïne.
- Lactose is een suiker die in melkproducten voorkomt en wordt daarom ook wel melksuiker genoemd. Lactose is van nature aanwezig in melk van zoogdieren en behoort tot de koolhydraten.
- Caseïne is het melkeiwit dat voor 80% de samenstelling van melk bepaalt. De hedendaagse koeienrassen produceren melk met daarin bèta-caseïne type 1, dat de meeste problemen geeft met spijsvertering en allergieën. De oudere koeienrassen zoals Jersey, Guernsey en Blaarkop en andere zoogdieren zoals geiten, schapen, buffels en kamelen produceren melk met bèta-caseïne type 2. Dit type caseïne is makkelijker te verteren en geeft daardoor minder klachten in de darm.
Mogelijke reacties op zuivel
Het nuttigen van zuivel kan diverse reacties uitlokken. Deze reacties kunnen we weer onderverdelen in verschillende categorieën: koemelkallergie, lactose-intolerantie en kruisreacties.
Koemelkallergie
Mensen met een koemelkallergie krijgen een allergische reactie op een of meerdere eiwitten in koemelk, waarbij IgE antistoffen worden aangemaakt. Meestal draait het om bèta-caseïne type A1. Dit is dan ook de reden dat een koemelkallergie alleen voorkomt bij de bèta-caseïne A1 producerende dieren; koeien.
Klachten passende bij een koemelkallergie:
- maag- en darmklachten;
- huidklachten;
- problemen met de luchtwegen;
- anafylaxie.
De klachten kunnen optreden binnen enkele minuten tot twee uur na het innemen van koemelk. Soms treden symptomen pas na dagen op. Vaak betreft dit reacties zoals allergisch eczeem of obstipatie (verstopping). Anafylaxie treedt op binnen enkele minuten tot twee uur na het binnenkrijgen van melkeiwit. Een koemelkallergie is vrij gemakkelijk aantoonbaar met een IgE bloedtest.
Lactose-intolerantie
Mensen met een lactose-intolerantie kunnen het melksuiker lactose niet goed verteren, omdat ze over te weinig verteringsenzym lactase beschikken. Het immuunsysteem is hierbij niet betrokken. Bij een tekort aan lactase komt lactose onverteerd in de dikke darm terecht. De bacteriën in de dikke darm gaan lactose ‘vergisten’, waardoor klachten kunnen ontstaan. We spreken dan van lactose-intolerantie. De lactose in geiten- en schapenmelk is overigens hetzelfde, waardoor producten van deze dieren bij mensen met een lactose-intolerantie dezelfde klachten geven.
Een tekort aan lactase kan diverse oorzaken hebben:
- Een aangeboren lactase tekort. Dit wordt vaak opgemerkt wanneer baby’s de moedermelk niet verdragen;
- Minder productie van lactase op latere leeftijd. Het is heel normaal dat een mens na zijn derde levensjaar minder lactase aanmaakt. Lactase was immers alleen nodig voor het verteren van de moedermelk tijdens de zoogtijd. Het feit dat wij nog steeds dagelijks zuivel gebruiken, is een gewoonte waar niet ieders lichaam op is aangepast;
- Minder productiecapaciteit. Lactase wordt in de dunne darmwand aangemaakt. Wanneer er sprake is van een lekkende darm of schade aan de darmwand, kan er minder lactase gemaakt worden, waardoor er tekorten ontstaan.
Klachten passend bij een lactose-intolerantie zijn onder andere buikpijn of buikkrampen, winderigheid, diarree, opgeblazen gevoel of misselijkheid.
Bij mensen met de ziekte van Hashimoto is er vaker dan gemiddeld sprake van lactose-intolerantie. In een onderzoek was dit zelfs bij 75,9% van de deelnemers aan het onderzoek. Vaak weten zij dit zelf niet. Extra vervelend als je dit niet weet, aangezien lactose-intolerantie zorgt voor een verslechterde opname van levothyroxine waardoor een hogere dosis medicatie nodig is. Ook kan dit leiden tot schommelende bloedwaarden.
Lactose-intolerantie is te testen met:
- Een huis-tuin-en keukentestje: een halve liter melk drinken in de ochtend en dan observeren of je gedurende de dag buikklachten krijgt;
- Waterstof-ademtest: voor en na het drinken van een suikeroplossing wordt de hoeveelheid waterstof in de uitgeademde lucht gemeten. Is deze verhoogd, dan is er sprake van lactose-intolerantie. Bacteriën in de darmen breken lactose af, waarbij waterstofgas vrijkomt;
- Lactose-intolerantietest: deze test meet het bloedsuikergehalte via bloed. Bij lactose-intolerantie stijgt het bloedsuikergehalte na consumptie van lactose niet. Gebeurt dit wel dan is er geen sprake van intolerantie.
- Een vierde methode, die ook artsen hierbij vaker inzetten, is het eliminatiedieet.
Kruisreacties
Net als bij gluten kan er ook bij caseïne sprake zijn van kruisreacties met de lichaamseigenweefsels TPO en TG, waardoor klachten ontstaan na het nuttigen van zuivelproducten die doen denken aan een koemelkallergie of lactose-intolerantie, maar het niet zijn.
Helaas voor ons lijkt de moleculaire structuur van TPO erg veel op de moleculaire structuur van gluten én caseïne. Binnen het Hashimoto Eliminatiedieet onderzoeken we daarom zowel lactose-intolerantie alsook de kruisreacties van caseïne A1 én A2 in zuivel en ook al die andere melkeiwitten, waar intolerantietesten niet naar kijken. Het simpelweg overstappen naar lactosevrije producten is niet afdoende als je wilt onderzoeken of jij op enige wijze slecht reageert op zuivel.
Op basis van mijn specialistische opleidingen op dit gebied en mijn jarenlange ervaring met begeleiding van patiënten bij eliminatiediëten, heb ik mijn eigen methode ontwikkeld; het Hashimoto Eliminatiedieet®.
Deze methode richt zich op de vijf voedingsmiddelen die bij mensen met Hashimoto het vaakst voor problemen zorgen: gluten, zuivel, soja, alcohol, toegevoegde suikers. Deze methode is daardoor niet alleen relaxter in uitvoering, maar ook effectiever.
Met mijn nieuwste boek Het Hashimoto Eliminatiedieet haal jij deze methode in huis en kun je op relaxte wijze dit Eliminatiedieet correct uitvoeren. Je bestelt dit boek hier of via bol.com. (Ook als boek voor de e-reader beschikbaar via bol.com. )
Misschien vind je dit ook interessant…
Voeding als medicijn – Alcohol
Bij de diagnose trage schildklier krijg je vaak niet veel informatie van je arts(en), behalve uitleg over de medicatie die je dagelijks moet gaan slikken. Wanneer de bloedwaarden stabiliseren, maar klachten van vermoeidheid, brainfog, somberheid, gewichtstoename of...
Voeding als medicijn – Soja
Bij de diagnose trage schildklier krijg je vaak niet veel informatie van je arts(en), behalve uitleg over de medicatie die je dagelijks moet gaan slikken. Wanneer de bloedwaarden stabiliseren, maar klachten van vermoeidheid, brainfog, somberheid, gewichtstoename of...
Voeding als medicijn – Gluten
Bij de diagnose trage schildklier krijg je vaak niet veel informatie van je arts(en), behalve uitleg over de medicatie die je dagelijks moet gaan slikken. Wanneer de bloedwaarden stabiliseren, maar klachten van vermoeidheid, brainfog, somberheid, gewichtstoename of...