Bij de diagnose trage schildklier krijg je vaak niet veel informatie van je arts(en), behalve uitleg over de medicatie die je dagelijks moet gaan slikken. Wanneer de bloedwaarden stabiliseren, maar klachten van vermoeidheid, brainfog, somberheid, gewichtstoename of spier- en gewrichtspijnen aanhouden, dan is er doorgaans weinig hulp. Ermee leren leven is dan een veelgehoord advies. Dat is jammer, want met deze mededeling verdwijnt niet alleen ieder perspectief op verbetering, het nodigt ook niet uit om zelf in actie te komen en de regie over je eigen gezondheid te pakken. In mijn ogen een gemiste kans.
Met voeding en leefstijl kun jij je lichaam ondersteunen, waardoor klachten kunnen afnemen. Maar in de wirwar aan websites en experts die adviezen geven is het soms lastig keuzes maken. Op hashimoto.nl vind je achtergrondinformatie over de werking van je lichaam en manieren om deze processen te ondersteunen. Op basis van deze weetkracht kun jij beter keuzes maken. In een serie artikelen bespreek ik voedingskeuzes bij een trage schildklier. In dit artikel bespreek ik toegevoegde suikers.
Toegevoegde suikers en de trage schildklier
Dat te veel suiker niet goed voor je is, is wel bekend. Minder suiker eten staat dan ook steevast op het lijstje goede voornemens als iemand zijn of haar eetpatroon wil opschonen. En zeggen we suiker, dan horen we koolhydraten en calorieën. Koolhydraatarme diëten en suikervrije of caloriearme producten lijken dan de perfecte oplossing, maar dat is lang niet altijd het geval. In artikel leg ik je uit wat de gevaren rond deze misvatting zijn, welke vormen van suiker er zijn en waarom we met name de toegevoegde vorm van suiker beter de rug toe keren.
Wat is suiker?
Suiker behoort tot de koolhydraten en komt van nature voor in voedingsmiddelen zoals fruit, sommige groenten, zoals zoete maïs, tomaat, rode biet, wortel, suikerriet en suikerbiet. Daarnaast heb je melksuiker (lactose) en fruitsuiker (fructose).
Koolhydraten vormen de belangrijkste bron voor brandstof voor het lichaam en kunnen we onderverdelen in enkelvoudige suikers van één suikermolecuul (monosacharide) en meervoudige suikers, die bestaan uit twee (disacharide) of meerdere suikermoleculen (oligo- of polysacharide).
Na de maaltijd worden koolhydraten tijdens de spijsvertering opgeknipt in monosachariden (losse suikermoleculen). Hoe eenvoudiger de opbouw van de suiker, hoe sneller deze is losgeknipt tot monosacharide. De losse suikermoleculen – glucose, fructose en galactose – zijn klein genoeg om de darmwand te passeren. Glucose wordt direct afgegeven aan de bloedbaan, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Fructose en galactose gaan via de poortader eerst richting de lever, waar het als reserve (glycogeen) wordt opgeslagen voor later gebruik. Zijn de glycogeenvoorraden vol, dan wordt het restant omgezet in triglyceriden of vet.
Belang van een stabiele bloedsuikerspiegel
Glucose laat de bloedsuikerspiegel dus stijgen. Omdat zowel een te hoge alsook een te lage bloedsuikerspiegel schadelijk is voor het lichaam, houden vier hormonen tezamen de bloedsuikerspiegel in balans. Hiermee bepalen zij indirect ook de beschikbaarheid van brandstof voor de cellen. Het gaat om insuline, cortisol, (nor)adrenaline en glucagon.
- Insuline kan de bloedsuikerspiegel verlagen als deze te hoog wordt. Dit doet insuline door op de insulinereceptor op de celwand te klikken, waardoor een glucosetransporter genaamd GLUT4 naar de celwand komt om de glucosemoleculen binnen te laten. Binnen in de cel dient glucose als brandstof voor onder andere de hersenen en spieren. Insuline zorgt er ook voor dat het verzadigingshormoon leptine wordt geactiveerd,dat ervoor zorgt dat je stopt met eten als alle systemen verzadigd zijn.
- Cortisol, (nor)adrenaline en glucagon kunnen de bloedsuikerspiegel verhogen als deze te laag wordt of indien er een noodsituatie is waarbij er snel over brandstof beschikt moet worden. Dit doen zij door bepaalde cellen insulineresistent te maken, opgeslagen glycogeen weer vrij te maken, de darmwand te openen, zodat glucose uit voeding snel de bloedbaan kan betreden en door een streep te zetten door het verzadigingshormoon leptine. Zo blijf jij lekker dooreten.
Wanneer dit nog niet genoeg is, kunnen zij ook vetten en eiwitten uit weefsels, zoals bindweefsel en spieren, afbreken en omzetten in glucose. Een zeer ingenieus systeem, dat vooral in de oertijd vaak werd ingezet. In die tijd was er tenslotte vaker een tekort aan koolhydraten dan aan overvloed.
Een stabiele bloedsuikerspiegel is dus een zeer belangrijke factor voor het tot rust brengen van het stresssysteem (en immuunsysteem). Na een hoge bloedsuikerpiek ontstaat namelijk een te snelle of diepe daling van de bloedsuikerspiegel, waardoor het stresssysteem (cortisol en adrenaline) aan de slag moet om de suikerspiegel weer te laten stijgen. Dit opslaan en weer vrijmaken van glucose vreet niet alleen bijzonder veel energie, het draagt ook bij aan een lekkende darm en geactiveerd immuunsysteem.
Ik schreef eerder al een artikel over de werking van insuline en het verhoogde risico op insulineresistentie bij mensen met een trage schildklier en/of de ziekte van Hashimoto. Heb je dit artikel nog niet gelezen? Doe dit dan zeker!
Trap er niet in
Zoetstoffen zijn er in vele vormen en soorten. Sommige schadelijk, anderen minder schadelijk. Er doen dan ook veel misconcepties de ronde over het voordeel ervan. Ik zet het een en ander voor je op een rij.
‘Je kunt beter fructose kiezen’
Omdat fructose de bloedsuikerspiegel minder snel laat stijgen, zou je kunnen denken dat fructose een betere keuze is dan glucose, maar dit is niet het geval. Omdat fructose twee keer zo zoet is als glucose, is er minder van nodig om een product zoeter te maken. En omdat fructose geen verzadigingssignaal in de vorm van leptine afgeeft, is de dooreetfactor hoog. Ideaal dus voor producenten van vruchtensappen, frisdranken, koek, snoep, ijs en kant-en-klaarproducten. Iets minder ideaal voor ons.
Fructose legt bij overmatig gebruik een te grote druk op de lever. Het omzetten van fructose in glycogeen is een proces dat veel energie vraagt. Hierdoor moeten andere taken wachten, zoals ook de omzetting van schildklierhormoon T4 naar T3. Wanneer de levervoorraden glycogeen vol zijn, wordt het overschot fructose bovendien als vet in de lever opgeslagen, wat kan leiden tot een vervette lever, oftewel: non-alcoholic fatty liver disease. Overigens bevat fruit naast fructose ook vezels, vitaminen en mineralen, waardoor de schadelijke effecten ervan teniet worden gedaan. Je kunt fruit daarom met mate gewoon eten en gebruiken om gerechten zoeter mee te maken.
‘Ongeraffineerde suiker is gezond’
Geraffineerde suiker is suiker die in de fabriek is gezuiverd, waardoor zij een witte kleur krijgt en ook geen nuttige voedingsstoffen zoals vezels, vitaminen en mineralen meer bevat. Voorbeelden van geraffineerde suiker zijn kristalsuiker, rietsuiker, basterdsuiker en druivensuiker. Ongeraffineerde suiker wordt wel bewerkt maar niet gezuiverd in de fabriek, waardoor het soms nog een klein percentage voedingsstoffen bevat en een donkerder kleur heeft dan geraffineerde suiker.
Voorbeelden van ongeraffineerde suiker of natuurlijke suiker zijn palmsuiker, kokosbloesemsuiker, honing en ahornsiroop. Je lichaam verwerkt beide vormen suiker op dezelfde manier. Palmsuiker, kokosbloesemsuiker en ahornsiroop zijn dus niet per definitie beter of gezonder dan de geraffineerde suiker die je vindt in producten als koek, snoep, frisdrank en vruchtensap.
‘Kunstmatige zoetstoffen bevatten weinig calorieën dus mogen wel’
Er zijn diverse zoetmiddelen op de markt die de bloedsuikerspiegel niet verhogen en vrijwel geen calorieën bevatten, maar dat betekent niet dat de darmflora, de darmwand en de lever er gelukkig van worden. Bovendien houden deze suikervrije producten je verlangen naar meer suiker in stand. Vermijden dus. Wil je producten toch zoeter maken? Kies dan voor fruit of een klein beetje honing, deze bevatten in ieder geval nog positieve elementen.
Je herkent deze kunstmatige zoetstoffen onder verschillende namen als erythritol, xylitol, isomalt, maltitol, aspartaam, acesulfaam, cyclamaat, tagatose, sucralose.
Om de bloedsuikerspiegel zo stabiel mogelijk te houden en onnodige stress en ontstekingen te voorkomen, moeten we dus niet alleen minder vaak eten, maar ook de simpele suikers vervangen door de meer complexere suikers in de vorm van groenten, fruit, peulvruchten, knollen, noten en zaden. Binnen het Hashimoto Eliminatiedieet elimineren we zo goed als mogelijk alle toegevoegde suikers.
Op basis van mijn specialistische opleidingen op dit gebied en mijn jarenlange ervaring met begeleiding van patiënten bij eliminatiediëten, heb ik mijn eigen methode ontwikkeld; het Hashimoto Eliminatiedieet®.
Deze methode richt zich op de vijf voedingsmiddelen die bij mensen met Hashimoto het vaakst voor problemen zorgen: gluten, zuivel, soja, alcohol, toegevoegde suikers. Deze methode is daardoor niet alleen relaxter in uitvoering, maar ook effectiever.
Met mijn nieuwste boek Het Hashimoto Eliminatiedieet haal jij deze methode in huis en kun je op relaxte wijze dit Eliminatiedieet correct uitvoeren. Je bestelt dit boek hier of via bol.com. (Ook als boek voor de e-reader beschikbaar via bol.com. )
Misschien vind je dit ook interessant…
B12 en de schildklier
Vitamine B12 is essentieel voor allerlei systemen in het lichaam, waaronder een goede werking van het zenuwstelsel en immuunsysteem, maar ook voor de productie van energie, DNA en de rode bloedcellen. Bij een tekort aan vitamine B12 kan minder DNA worden aangemaakt,...
Omega 3 en Hashimoto
We zijn opgegroeid met de notie dat vet onze grootste vijand is. Bijna alle producten in het winkelschap zijn immers verkrijgbaar in een vetvrije of vetarme variant. En alhoewel sommige vormen van vet zeker schadelijk kunnen zijn voor onze gezondheid, zijn er ook...
Calcium en schildklierhormoon
Calcium is een zeer belangrijk mineraal, dat in grote hoeveelheden in het lichaam voorkomt. Het merendeel van alle calcium ligt opgeslagen in botten en tanden. Calcium is nodig voor stevige botten en botopbouw, maar is ook van cruciaal belang voor een gezond...