Bij de geboorte beschikt een vrouw over al haar eicellen, veilig verpakt in follikels in haar eierstokken. Onder invloed van FSH gaan deze follikels rijpen en groeien. De follikel die het grootst en sterkst groeit, zal als eerste en enige ovuleren. Tijdens de ovulatie – of: eisprong – komt de eicel vrij uit de follikel en maakt hierbij letterlijk een sprongetje vanuit de eierstok naar de eileider, aangezien de eileider en de eierstok niet rechtstreeks met elkaar verbonden zijn. Vandaar de naam eisprong.

Via de trilhaartjes op de wand van de eileider wordt de eicel richting baarmoeder begeleid. Eenmaal in de eileider kan de eicel bevrucht worden door een haar tegemoet zwemmende spermacel, waarna samensmelting en celdeling plaatsvinden. De bevruchte eicel deelt zich nu in rap tempo en reist in een aantal dagen door naar de baarmoeder waar het zich nestelt in het baarmoederslijmvlies om door te groeien tot een embryo, foetus en uiteindelijk een levensvatbare baby.

Als een eicel niet bevrucht is, volgt er geen innesteling in het baarmoederslijmvlies en zal de onbevruchte eicel inclusief het opgebouwde baarmoederslijmvlies worden afgevoerd en opgeruimd. Hiermee wordt de weg vrijgemaakt voor een nieuwe poging tot bevruchting in de volgende maand.

Dit is de beknopte versie van het verloop van een menstruatiecyclus. Om de invloed van schildklierhormoon (of een tekort aan schildklierhormoon) op de menstruatiecyclus beter te begrijpen moeten we eerst inzoomen op de hormonale werking van een menstruatiecyclus.

 

Hormonen tijdens de menstruatiecyclus

Hormonaal gezien kunnen we de menstruatiecyclus is twee fases opdelen:

Folliculaire fase (oestrogeen fase)

De eerste fase van een menstruatiecyclus wordt de folliculaire fase genoemd. In deze fase geeft de hypofyse op aansturing van de hypothalamus het hormoon FSH af, oftewel het follikelstimulerend hormoon. Zoals de naam al doet vermoeden, heeft FSH als taak om follikelgroei te stimuleren. Onder invloed van FSH zullen meerdere follikels in de eierstok rijpen. (FSH heeft een vergelijkbare werking als TSH dat heeft bij de schildklier).

Terwijl de follikels in deze fase groeien, maken zij nu ook het hormoon oestrogeen aan. Oestrogeen bereidt de baarmoeder voor op de komst van een bevruchte eicel. Het baarmoederslijmvlies groeit en wordt dikker, zodat de bevruchte eicel zich hier straks kan gaan innestelen. Zodra oestrogeen een bepaalde hoogte bereikt, krijgen de hersenen een signaal dat het tijd is voor de eisprong. Dit is meestal zo rond dag 13 van de menstruatiecyclus. De hersenen maken nu luteïniserend hormoon (LH) aan. Als LH piekt, vindt één à twee dagen later de eisprong plaats.

Luteale fase (progesteron fase)

De tweede fase van de menstruatiecyclus wordt ook wel de luteale fase genoemd en begint op het moment van de eisprong. Direct na de eisprong verandert de nu lege follikel van vorm en functie en start met de productie van progesteron. Deze lege follikel wordt ook wel geel lichaam (corpus luteum) genoemd. Hier komt de naam luteale fase vandaan.

Progesteron helpt bij het voorbereiden van de baarmoeder op de innesteling van het embryo. Dit doet progesteron door de voortdurende aangroei van de baarmoederwand onder invloed van oestrogeen af te remmen en de opbouw en doorbloeding van de baarmoederwand te optimaliseren.

Wanneer de eicel niet bevrucht is, vindt er geen innesteling plaats en sterven de eicel en ook het gele lichaam af, waardoor de aanmaak van progesteron stopt. Ook het niveau van oestrogeen daalt nu rap, waarna het inmiddels goed doorbloede baarmoederslijmvlies wordt afgebroken en afgevoerd. Dit zijn de maandelijkse bloedingen tijdens de ongesteldheid. Door het dalende niveau van progesteron en oestrogeen in het bloed krijgen de hersenen het teken dat FSH weer omhoog moet en hiermee begint de hele cyclus opnieuw.

De invloed van een trage schildklier op de menstruatiecyclus

Een menstruatiecyclus start dus met de afgifte van FSH. En juist die FSH-aanmaak is vaak verlaagd bij mensen met een traagwerkende schildklier. Dat zit zo:

Wanneer de hypothalamus een tekort aan T4 en T3 in het bloed opmerkt, dan stijgt TRH. TRH is het signaalstofje dat de hypofyse aanzet tot aanmaak TSH, dat op zijn beurt de schildklier aanspoort tot aanmaak van schildklierhormoon. Wanneer TRH stijgt, dan volgt naast een stijging van TSH ook direct een stijging van het pro-moedermelkhormoon prolactine.

Prolactine is het hormoon dat na een bevalling ervoor zorgt dat de moedermelk productie opgang komt en tegelijkertijd een volgende zwangerschap nog even wordt tegengehouden. Alle energie van de moeder is nu nodig voor het grootbrengen van haar baby. Prolactine onderdrukt de aanmaak van FSH en LH, waardoor een volgende menstruatiecyclus wordt uitgesteld. Prolactine is dus eigenlijk een natuurlijke vorm van anticonceptie.

En juist deze natuurlijke anticonceptie wordt ingezet als TRH stijgt. Met een tekort aan schildklierhormoon is het immers ook niet verstandig om zwanger te worden. Een trage schildklier of niet goed ingesteld zijn op medicatie kan zo leiden tot verminderde afgifte van FSH en LH, waardoor een cyclus zonder eisprong (onvruchtbaarheid) en dus zonder progesteron aanmaak volgt, waardoor menstruaties pijnlijker zijn en heviger qua bloeding. Het kan er zelfs toe leiden dat de menstruatie helemaal stopt. Bovendien heeft schildklierhormoon invloed op de werking van bepaalde stollingsfactoren, waardoor bloedingen bij een trage schildklier heviger kunnen zijn.

Wil je meer lezen over de invloed van schildklierhormoon op de menstruatiecyclus en zwangerschap en de invloed van Hashimoto op zwangerschap en de periode na de bevalling? Bestel dan mijn tweede boek: Met een trage schildklier de overgang door. Zo jong mogelijk begrijpen hoe je lichaam hormonaal werkt geeft weetkracht voor elk moment van elke levensfase.  Ook als je nog lang niet in de overgang bent!

Geef jezelf dit boek cadeau of geef er een aan je dochter, je zus, je moeder of vriendin. In dit boek beschrijf ik alle levensfases en alle bijkomende klachten en gezondheidsrisico’s en zoom ik uiteraard extra in op de rol van schildklierhormoon hierbij en op de overgang en de periode na de menopauze. Lees je het boek liever op je e-reader? Day kan ook!

Misschien vind je dit ook interessant…

Leptineresistentie en de trage schildklier

Leptineresistentie en de trage schildklier

Leptine is het verzadigings-hormoon dat wordt geproduceerd door de vetcellen. Leptine houdt de hersenen op de hoogte van de status van de  brandstofvoorraad. Vet is immers opgeslagen brandstof. Wanneer de vetcellen groeien geven zij met  leptine het signaal dat er...

Lees meer
Insulineresistentie en de trage schildklier

Insulineresistentie en de trage schildklier

Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd door in de alvleesklier, waar ook de verteringsenzymen geproduceerd worden. Insuline is betrokken bij de opname van glucose in de cellen en is ook vooral bekend door het verlagen van de bloedsuikerspiegel. Toch heeft...

Lees meer
5 belangrijke valkuilen bij gedragsverandering

5 belangrijke valkuilen bij gedragsverandering

Het veranderen van gewoontes kan enorm lastig zijn. Ik heb het hier niet over een paar weken een dieet volgen, maar ik heb het over langdurige gedragsverandering. Toch weten we, dat als we echt iets willen veranderen in ons leven, dat er zaken structureel moeten...

Lees meer