Het immuunsysteem is een mechanisme dat ons beschermt tegen ongewenste binnendringers (zoals bacteriën, virussen en infecties), maar óók wordt ingezet om afvalstoffen en beschadigde cellen op te ruimen. Bij mensen met een auto-immuunziekte gaat er iets mis met het immuunsysteem: de verkeerde cellen worden opgeruimd.

Het immuunsysteem in actie

Het immuunsysteem beschermt tegen indringers zoals bacteriën, schimmels en virussen, maar wordt ook ingezet om afvalstoffen en beschadigde cellen op te ruimen. Het immuunsysteem moet dus alert zijn en continue onderscheid maken tussen schadelijke en niet schadelijke indringers en tussen lichaamsvreemd en lichaamseigen.

Het immuunsysteem moet in actie komen tegen lichaamsvreemde antigenen en lichaamseigen gezonde cellen met rust laten. Om het verschil tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd te herkennen worden de antigenen van de cel gecontroleerd. Elke cel (lichaamseigen en lichaamsvreemd) heeft op zijn celmembraan eiwitten zitten, genaamd antigenen, die tonen wie of wat die cel is.

Diverse typen immuuncellen scannen met hun antigeen-receptoren continue de oppervlakte van cellen af. Op zoek naar indringers of schadelijke zaken om uit te schakelen. Zo zijn er T-cellen die vooral binnen in de cellen actief zijn en B-cellen die vooral in lichaamsvloeistoffen zoals bloed, lymfevloeistof en weefselvloeistof actief zijn.

Het zijn de B-cellen in de lichaamsvloeistoffen die antistoffen produceren tegen specifieke antigenen, die door het lichaam als bedreigend worden gezien. Dit kunnen naast ziekteverwekkers ook voedselmoleculen zijn.

Bij een auto-immuunziekte gaat hier iets mis. Er worden auto-antistoffen aangemaakt tegen (onderdelen van) gezonde lichaamseigen cellen. Doordat  deze onderdelen niet op dezelfde manier kunnen worden opgeruimd als een bijvoorbeeld een ziekteverwekker, houdt de afweerreactie langer aan, waardoor er een chronische ontsteking in het lichaam kan ontstaan.

Zowel T-cellen binnen in de cellen als ook B-cellen in de lichaamsvloeistoffen maken geheugencellen aan, zodat bij een volgende besmetting of binnenkomst sneller kan worden gehandeld. Antistoffen blijven bovendien een aantal maanden aanwezig in het bloed. Daarna zullen de B-geheugencellen geactiveerd moeten worden om weer opnieuw antistoffen te produceren.

Regulerende T-cellen zijn immuuncellen die er o.a. voor zorgen dat ontstekingsreacties niet uit de hand lopen en dat er tolerantie wordt opgebouwd tegen lichaamseigen weefsels, zodra auto-immuunreacties verminderen of voorkomen kunnen worden.

De auto-immuunziekte Hashimoto

In het geval van de ziekte van Hashimoto zijn er antistoffen aangemaakt tegen twee onderdelen in de schildklier. Dit zijn de antistoffen anti-TPO ( tegen Thyreoperoxidase) en anti-Tg (tegen thyreoglobuline) Dit zijn lichaamseigen stoffen die voorkomen in de schildklier en betrokken zijn bij de aanmaak van schildklierhormoon.

In totaal zijn er meer dan 100 auto-immuunziektes met allemaal hun eigen arrestatieposters (antistoffen). Bekende voorbeelden zijn Hashimoto, Graves, Diabetes 1, MS, Coeliakie, Alopecia Areata en Reumatoïde artritis.

Ontstaan van een auto-immuunziekte

De wetenschap buigt zich al jaren over de oorzaken van auto-immuunziektes. Wat vooralsnog zeker is, is dat er sprake is van een genetische component. Die genetische aanleg leidt echter niet bij iedereen tot een auto-immuunziekte. Om een gen ‘aan’ te zetten, moeten bepaalde omgevingsfactoren aanwezig zijn, waardoor het systeem fouten gaat maken. Voorbeelden van zulke triggers zijn (chronische) infecties, parasieten, virussen, schimmels, roken, hormoondisbalans, bijnierproblemen, voedselintoleranties, zware metalen, zwangerschap, blootstelling aan chemische toxines, trauma’s en medicatie. Voor het ontwikkelen van een auto-immuunziekte, is nog een derde factor van belang, namelijk een overactief immuunsysteem.

Wat alle auto-immuunziektes met elkaar gemeen lijken te hebben, is het feit dat de patiënt een lekkende darm heeft, waardoor het immuunsysteem continu actief is. Om een auto-immuunziekte te krijgen, moet je dus:

  • genetische aanleg hebben;
  • zijn blootgesteld aan een trigger;
  • een lekkende darm hebben.

Als een auto-immuunziekte zich eenmaal heeft laten zien, kan het gen niet meer worden uitgezet. Een auto-immuunziekte is een chronische ziekte. De kans is vrij groot dat wanneer de lekkende darm niet wordt gedicht, zich na verloop van tijd een tweede of zelfs derde auto-immuunziekte ontwikkelt.

Toch is er hoop. We hebben weliswaar geen invloed op de genetische aanleg. Ook de trigger kunnen we vaak niet voorkomen. Maar door aanpassing van onze voeding en levensstijl kunnen we vaak wél de oorspronkelijke trigger weghalen en de lekkende darm helen. Hierdoor rukt het immuunsysteem minder vaak uit en kan het sneller naar huis na een inbraak.

Wat gebeurt er bij een overactief immuunsysteem?

In een gezond lichaam is het immuunsysteem alleen ‘s-nachts actief. Wanneer wij slapen patrouilleren onze immuuncellen door de bloedbaan op zoek naar bacteriën en virussen om op te ruimen. De reden waarom het immuunsysteem alleen ‘s-nachts werkt heeft te maken met onze energievoorraad. Het immuunsysteem heeft erg veel energie nodig om zijn werk te kunnen doen. Wij hebben niet voldoende energie om overdag zowel onze dagelijkse activiteiten als ook ons immuunsysteem van energie te voorzien. Alleen bij een acuut gevaar van een griepvirus of een infectie zal het immuunsysteem tijdelijk overdag aan de slag gaan. Het immuunsysteem krijgt dan tijdelijk even voorrang op de energieleverantie. Als het gevaar geweken is gaat het immuunsysteem weer in ruste en krijgen de overige organen en lichaamssystemen weer de energie die zij nodig hebben om te functioneren.

Bij mensen met een auto-immuunziekte is sprake van een overactief immuunsysteem. Het gaat niet in ruste, maar blijft op de achtergrond dag en nacht actief. En omdat wij niet over voldoende energie beschikken om beide systemen tegelijkertijd te kunnen laten draaien moet ons lichaam overstappen op een alternatieve energieverdeling.

Hoe regelt jouw lichaam deze energieverdeling?

De brandstof voor al onze lichaamsfuncties en ons immuunsysteem is glucose. Een immuunsysteem in ruste heeft 5 gram glucose per nacht nodig. Een actief immuunsysteem, dat ook overdag actief is, verbruikt 300 gram glucose per etmaal. Het moet dus iets bedenken waardoor het dagelijks zijn glucosevoorraad kan veiligstellen. en lost dit probleem op met een aantal slimme oplossingen.

  • Het immuunsysteem activeert de fight-flight modus, waardoor er adrenaline wordt aangemaakt, dat vervolgens de tight junctions in de darmwand openzet. Hierdoor komt er sneller en meer glucose de bloedbaan in. (en tegelijkertijd ook andere ongewenste stoffen)
  • Je cellen worden minder gevoelig voor insuline gemaakt, waardoor er minder glucose je cellen in kan en er meer voor het immuunsysteem beschikbaar blijft in de bloedbaan.
  • Het immuunsysteem stapt over op een andere manier om energie aanmaken. Van aerobe verbranding met behulp van T3 hormoon, naar anaerobe verbranding met behulp van rT3 hormoon. Dit laatste systeem op basis van rT3 gaat razendsnel en voorziet het immuunsysteem van voldoende energie om te kunnen werken. Helaas betekent dit tegelijkertijd dat je overige lichaamsfuncties die niet van levensreddend belang zijn in de energie-spaarstand worden gezet. Geen energie dus voor reparatie, groei of floreren.

Hoe herken je een overactief immuunsysteem?

Zolang jouw immuunsysteem actief is, zal je lichaam meer T4 omzetten in rT3. Je lichaamscellen en organen staan dan in de energie-spaarstand, waardoor zij niet op volle kracht kunnen functioneren. Hoe langer dit duurt, hoe meer klachten er ontstaan. Deze klachten komen overeen met de klachten van een trage schildklier. Velen zullen dus herkenbaar voor je zijn.

  • Organen en structuren die niet noodzakelijk zijn om te overleven worden langzaam afgebroken, om gebruikt te kunnen worden voor de energieaanmaak voor het immuunsysteem. Denk aan spieren, banden, pezen, haren en nagels.
  • Vitale organen worden afgeremd, zoals lever, nieren, spijsvertering, warmteregulering, geslachtsorganen.
  • Hersenen zijn grootverbruikers van glucose, waardoor er problemen zoals concentratie-en geheugenproblemen, depressieve gevoelens en verslechtering van denkprocessen en leervaardigheid kan optreden.
  • Je wordt insuline resistent en hebt altijd honger.

Hoe meten je of je een overactief immuunsysteem hebt?

Met bloedonderzoeken, ontlastingsonderzoeken, maar soms ook met vragenlijsten of ons boerenverstand. Via bloedonderzoeken kunnen we de verhouding T3 en rT3 meten. Wanneer je in verhouding te veel rT3 hebt, is er dus sprake van een actief immuunsysteem (of extreme emotionele stress) en krijgen jouw andere organen te weinig energie om te floreren en je goed te voelen. Let op dit is een relatief dure test.

Daarnaast meten we je anti TPO en/of je anti TG om te kijken hoeveel arrestatieposters jouw immuunsysteem heeft aangemaakt. Hoe hoger deze waarden hoe hoger de kans op ontstekingsactiviteit in je schildklier. Deze waarden zijn bovendien een goede graadmeter voor je inspanningen om je immuunsysteem tot rust te brengen. Ook kunnen we met een ontlastingsonderzoek kijken hoe het in je darm gesteld is met je muren (zonuline is het stofje dat de deurtjes opent in de darmwand). Maar soms is gewoon aan de slag gaan met het aanpassen van voeding en leefstijl al effectief om te merken dat het immuunsysteem overactief was.

Hoe breng je jouw immuunsysteem weer tot rust?

Om je immuunsysteem weer rustig te krijgen, waarbij het alleen ‘s-nachts in actie komt, moeten we een aantal stappen zetten. Deze stappen zijn niet voor iedereen hetzelfde en in dezelfde volgorde. Deze stappen kunnen omvatten:

  • Sluiten van de deuren, door het repareren van de beschermende slijmlaag in de darmen.
  • Voorkomen van gaten in de darmwand door het aanpassen van voeding en het voorkomen van stress.
  • Opsporen van sluimerende infecties of virussen.
  • Je lichaam ondersteunen met pre- en probiotica en bepaalde supplementen.

Bij ernstige darmproblemen kan het zinvol zijn om aanvullende hulp te zoeken bijvoorbeeld bij een orthomoleculair therapeut. Wil jij liever zelfstandig (met mijn hulp) aan de slag? Lees dan verder.

Wil jij écht begrijpen hoe je jouw lichaam kunt ondersteunen en klachten kunt verminderen?

Ontdek de e-cursus Boost je Schildklier Gezondheid – dé totaaloplossing waarmee je in acht overzichtelijke stappen alle pijlers van een gezonde schildklier aanpakt. Deze diepgaande, praktische cursus geeft je alle kennis en tools om met vertrouwen jouw leefstijl te veranderen en je gezondheid duurzaam te verbeteren. Start vandaag nog en ga bewust, maar relaxt aan de slag.

Direct toegang voor € 299  € 199  (of betaal in termijnen)

Misschien vind je dit ook interessant…

Vitamine D en Hashimoto

Vitamine D en Hashimoto

Vitamine D speelt (samen met Omega 3) een belangrijke rol in het immuunsysteem. Vitamine D helpt bij het afronden van ontstekingen en kan hiermee auto-immuunziektes reguleren en voorkomen. Daarnaast is vitamine D ook belangrijk voor een gezonde groei en ontwikkeling...

Lees meer
Jodium en de schildklier

Jodium en de schildklier

Jodium is belangrijk voor een goede schildklierwerking. Een tekort hieraan kan leiden tot een trage schildklier. Omdat we jodium niet zelf kunnen aanmaken, moeten we het uit onze voeding halen. Er gaan veel tegenstrijdige verhalen de ronde. Zo zou je bij een trage...

Lees meer
Magnesium en de schildklier

Magnesium en de schildklier

Magnesium is een echte krachtpatser. Het is bij 300 biochemische reacties betrokken, waaronder de aanmaak van energie, een goede leverfunctie, regelmatige stoelgang, gezond immuunsysteem, goede slaap, sterke botten, regulering van bloedsuikerspiegel, goede spier- en...

Lees meer