Het menselijk lichaam is een ingenieus samenspel van zo’n 100.000 miljard cellen, weefsels, organen, stofjes en gedachten. Bijna al deze onderdelen zijn afhankelijk van voldoende schildklierhormoon. Om je happy te voelen, moeten er daarom twee dingen goed geregeld zijn:

  1. je moet over voldoende schildklierhormoon beschikken én
  2. je cellen moeten dit schildklierhormoon kunnen gebruiken.

Aanmaak schildklierhormoon

De schildklier maakt op aansturing van de hypothalamus en de hypofyse, gelegen in de hersenen, schildklierhormoon aan. Met speciale signaalstofjes instrueren zij de schildklier wanneer er meer of minder schildklierhormoon aangemaakt moet worden. Dit signaalstofje van de hypofyse heet TSH. Op aansturing van TSH produceert de schildklier schildklierhormoon. Ongeveer 97% in de vorm van T4 en een klein beetje T3 (3%). T4 is op zichzelf niet bruikbaar en moet in je organen eerst worden omgezet in de bruikbare vorm T3.

T3 is de eigenlijke motor voor je lichaam. Het zet in je cellen een schakelaar om, waardoor er energie aangemaakt en gebruikt kan worden. Voor het samenspel van je cellen, weefsels, organen, stofjes en gedachten is het dus van groot belang dat je schildklier voldoende T4 maakt en dat je T4 daarna goed wordt omgezet in T3.

Beschikbaarheid schildklierhormoon

Op basis van het landelijk voorgeschreven protocol checkt jouw (huis)arts de beschikbaarheid van schildklierhormoon. Hij doet dit op basis van de bloedwaarden voor TSH en vrije T4. Wanneer volgens deze protocol-norm je THS te hoog is en je vrije T4 te laag, dan zal je arts overgaan tot het aanvullen van je T4 middels schildkliermedicatie. Na zes weken wordt je bloed opnieuw gecheckt. Als je TSH te laag wordt en je FT4 te hoog zal de medicatie een beetje worden teruggeschroefd, net zolang tot je bloedwaarden netjes binnen de norm zitten.

Als jouw organen de T4 medicatie voldoende kunnen omzetten in de bruikbare vorm T3 én je cellen kunnen deze T3 ook daadwerkelijk opnemen, dan zullen je klachten na het slikken van de medicatie verminderen en verdwijnen. Helaas is dit voor een grote groep schildklierpatiënten niet het geval. Zij houden na het slikken van schildkliermedicatie klachten. Er is sprake van een probleem met de omzetting en bruikbaarheid van het schildklierhormoon en niet langer van de beschikbaarheid van het schildklierhormoon.

Bruikbaarheid schildklierhormoon

Om je goed te voelen moet jouw T4 (zowel biologisch als via medicatie) dus omgezet worden in de actieve vorm T3 en dat is helaas minder vanzelfsprekend dan je zou denken. Bij (chronische) stress, een actief immuunsysteem of een tekort aan selenium, zal je lichaam kiezen voor de omzetting van T4 in een andere variant van T3, genaamd Reversed T3 (rT3).
Reversed T3 lijkt enorm op T3, maar heeft een tegengestelde werking. Het zet cellen, die niet direct betrokken zijn bij overleving, in een energie-bespaar-stand in plaats van de energie-aanmaak-stand. Hierdoor krijgt het overlevingsmechanisme van het immuunsysteem en de stressreactie alle benodigde brandstof en moeten de andere organen even wachten.
Een perfect systeem om jou te helpen overleven in een crisissituatie, maar desastreus als een noodsituatie te lang aanhoudt.

Om je goed te voelen moet je dus zowel naar de beschikbaarheid als naar de bruikbaarheid van je schildklierhormoon kijken. Jouw artsen kijken alleen naar de beschikbaarheid. Het is (helaas) aan jou om aan de slag te gaan met de bruikbaarheid.
Wil je graag meer weten over hoe dit nu precies in elkaar steekt?  Kijk dan eens naar de gratis Hashimoto Weetkracht Webinars. Je kijkt ze via deze link.

Verder kijken dan TSH en FT4 alleen

Huisartsen kijken alleen naar de beschikbaarheid van schildklierhormoon en niet naar de bruikbaarheid. Dit is geen onwil van de arts. Het is domweg nog geen onderdeel van het te volgen protocol. Val je arts hier dus niet op aan, maar respecteer zijn standpunt.
Maar indien jouw bloedwaarden ok zijn, maar jij je nog slecht voelt, dan móet jij dus verder kijken dan de beschikbaarheid van je T4 en aan de slag gaan met het verbeteren van de bruikbaarheid van jouw schildkliermedicatie. Met het aanpassen van je voedingspatroon, leefstijl én mindset heb jij zelf een enorme invloed op de bruikbaarheid van jouw schildklierhormoon. En deze invloed start met het controleren van de huidige status van jouw beschikbaarheid én bruikbaarheid.

Handige bloedonderzoeken:
Om een goed beeld te krijgen van de échte werking van jouw schildklierhormonen zijn naast de TSH en vrije T4 onderstaande onderzoeken mogelijk. (Let op niet alle testen zijn altijd nodig of wenselijk)

  • Vrije T3 (FT3) en/of T3: Voldoende vrije T3 is een voorwaarde om je weer goed te gaan voelen. Je vrije T3 is dus de belangrijkste waarde. Toch zegt een waarde voor Ft3 niet alles. Je weet bijvoorbeeld niet of FT3 de cel in kan of dat d T3-receptoren ongevoelig zijn of geblokkeerd worden door rT3.
  • rT3 – Reverse T3: Beschik je over voldoende vrije T3, maar voel je je toch energieloos met veel restklachten, dan kan het zijn dat rT3 de toegang blokkeerd. Bij een overactief immuunsysteem of bij chronische stress kiest je lever immers voor aanmaak van rT3 boven T3. Je cellen worden daarmee in de energie-spaarstand gezet. Als je rT3 laat meten is het daarom belangrijk om altijd de ratio tussen rT3 en FT3 te bekijken. Niet elk laboratorium is in staat deze meting te verrichten helaas. Ook is het niet altijd nodig om deze relatief dure test uit te voeren. Als jij chronische stress hebt of last hebt van laaggradige ontstekingen dan mogen we voorzichtig concluderen dat rT3 te hoog zal zijn.
  • Anti-TPO: Anti-TPO is een indicator voor de aanwezigheid van de ziekte van Hashimoto, maar tevens een graadmeter voor de mate van mogelijke ontsteking in je schildklier. Meestal hangt een hogere anti-TPO samen met de mate waarin je klachten ervaart, maar niet altijd! Ik meet jaarlijks mijn anti-TPO als graadmeter voor het succes van mijn inspanningen om me beter te voelen.
  • Anti-Tg: Anti-Tg is eveneens een indicator voor de aanwezigheid van de ziekte van Hashimoto. Niet bij iedereen is deze antistof aanwezig. Zo heb ik bijvoorbeeld wel anti TPO, maar geen anti-TG in mijn bloed. Indien je de diagnose Hashimoto wil aantonen of uitsluiten meet dan de eerste keer beiden antistoffen. Daarna kun je 1 of 2x per jaar de antistof testen die jij hebt.

Interpreteren bloedwaarden:
Normaalwaarden zijn de grenswaarden die horen bij een normale werking van de schildklier. De arts vergelijkt de gemeten waarde met de normaalwaarden. Zo ziet hij/zij  of deze binnen de normale grenzen ligt. Elk laboratorium hanteert zijn eigen normaalwaarden; deze worden bij de uitslag vermeld. De meest gebruikelijke normaalwaarden zijn:

TSH     0,4 – 4,0 mU/l
FT4     9 – 26 pmol/l
T4       64 – 154 nmol/l
T3       1,2 – 3,4 nmol/l
FT3     3 – 8 pmol/l

Antistoffen TPO, normaalwaarden in IE/ml:

  • < 25 negatief, er is geen sprake van auto-immuniteit
  • 25-35 dubieus, er is waarschijnlijk sprake van auto-immuniteit
  • > 35 positief, er is sprake van auto-immuniteit

Antistoffen Tg, normaalwaarden in IE/ml:

  • < 40 negatief, er is geen sprake van auto-immuniteit
  • 40-60 dubieus, er is waarschijnlijk sprake van auto-immuniteit
  • > 60 positief, er is sprake van auto-immuniteit

Vaak voelen patiënten die schildkliermedicatie slikken zich het beste bij een TSH-waarde in het laag-normale gebied (TSH lager dan 2,0) en een vrije T4-waarde in het hoog-normale gebied. Het is belangrijk om met een soort dagboekje bij te houden hoe jij je bij elke waarde voelt. Op deze manier kun je jouw persoonlijke ideaalwaarden ontdekken.

Aanvragen extra bloedwaarden:
Vind jij het lastig om deze aanvullende bloedonderzoeken aan te vragen bij je huisarts? Gebruik dan onderstaande argumentatie:

“Ik wil graag weten waarom mijn schildklier trager werkt. Ik heb begrepen dat een trage schildklier in 90-95% van de gevallen veroorzaakt wordt door de ziekte van Hashimoto. Als dit inderdaad het geval is, wil ik met aanpassingen op het gebied van voeding en leefstijl mijn immuunsysteem ondersteunen en tot rust brengen, zodat de aanvallen op mijn schildklier kunnen afnemen en ik minder last houd van de restklachten.
Een juiste diagnose helpt mij bij het realiseren van mijn wens om me beter te gaan voelen. Met dit bloedonderzoek kunt u mij helpen met de eerste stap in de juiste richting. Ik wil u dan ook vragen of wij naast TSH en FT4 mijn bloed kunnen onderzoeken op anti TPO en indien mogelijk ook anti-TG”

Aan de slag

Wil jij nog veel meer leren over je schildkliermedicatie, het optimaal uitvoeren van bloedonderzoeken en het interpreteren van je bloedwaarden? Dan is de e-cursus Boost je Schildklier Gezondheid wellicht iets voor jou?

  • Weet welke bloedwaarden te monitoren.
  • Begrijp de uitslag.
  • Leer hoe jij je waarden kunt optimaliseren.
  • Haal het meeste uit jouw artsbezoek.

Kortom: krijg weer grip op je bloedwaarden. Check hier voor alle informatie over deze complete e-cursus voor mensen met een trage schildklier.

Misschien vind je dit ook interessant…

Leptineresistentie en de trage schildklier

Leptineresistentie en de trage schildklier

Leptine is het verzadigings-hormoon dat wordt geproduceerd door de vetcellen. Leptine houdt de hersenen op de hoogte van de status van de  brandstofvoorraad. Vet is immers opgeslagen brandstof. Wanneer de vetcellen groeien geven zij met  leptine het signaal dat er...

Lees meer
Insulineresistentie en de trage schildklier

Insulineresistentie en de trage schildklier

Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd door in de alvleesklier, waar ook de verteringsenzymen geproduceerd worden. Insuline is betrokken bij de opname van glucose in de cellen en is ook vooral bekend door het verlagen van de bloedsuikerspiegel. Toch heeft...

Lees meer
Osteoporose en de schildklier

Osteoporose en de schildklier

Schildklierhormoon beïnvloedt bijna elke cel in het lichaam, zo ook de cellen in je botten. Een teveel of te weinig schildklierhormoon heeft daardoor ook gevolgen voor de botstructuur en de botsterkte. In dit artikel beschrijf ik de link tussen schildklierhormoon en...

Lees meer